In de units konden de poezen met een katteluikje zelf naar binnen en naar buiten. In het nieuwe huis is dat er nog niet. Moesje glipt makkelijk met ons een buitendeur door, maar Tapman blijft stoicijns volhouden dat hij in de woonunits woont. Er is geen bank en kussen meer te bekennen, dus een stapeltje oude doeken of een verdwaalde jas zijn nu de slaapplekken.
Tijd dus voor een katteluik.
Daarvoor zijn twee oplossingen: door de voordeur (dat is de enige buitendeur met voldoende houten oppervlak om zo'n luikje te verdragen) en dan door de gangdeur, of ergens door de buitenmuur heen.
We kozen voor een luikje door de buitenmuur heen naast de bijkeukendeur. Eerst door de stro, dan door de piepschuim, dan door de stenen buitenmuur. Het was niet zo eenvoudig. Horizontaal naar buiten zou betekenen dat de bovenkant van de stenen muur er af moet, maar daar steunen de panelen tussen de strobalen op. Dus schuin naar beneden: dat paste allemaal maar net.
De leem zit tegen houten plankjes, daar dus doorheen zagen. Het bovenste plankje is geen plankje, maar een deel van de houten rekjes. Daar moest het luikje dus onder blijven...
Aan de buitenkant wilde ik twee lagen stenen overhouden om nog enige stevigheid over te houden. Er bleek nog een kozijnanker in te zitten...
Van triplex en multiplex een schuine tunnel gemaakt met twee mooie planken waar de luikjes aan geschroefd konden worden.
Daar is het tunneltje. De poezen willen er echter niet doorheen, haha! Dat gaat vast komen, eerst moet de nood hoog genoeg zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten