dinsdag 20 juni 2023

Rookloos kampvuur

Door Peter

Het hart van onze kampvuurplaats bestond uit een betonnen ring van een oude betonnen Thissen kookketel. Maar na 8 jaar trouwe dienst begon het ding in te storten. Een nieuwe maken? Of deze gebruiken als basis voor een rookloze vuurplaats? 

 
Dat laatste dus... 

Een rookloze (bijna dan...) vuurplaats bestaat uit twee wanden: de binnenkant een stalen vuurton met aan de bovenkant een serie gaten. De buitenrand van steen of beton, ook met gaten, nu aan de onderkant, zodat de lucht ertussen opgewarmd wordt en door de gaten bij het vuur komt. Op deze manier wordt evt. rook met hete, verse lucht terug naar de kern van het vuur geblazen zodat je heel veel rook 'na-verbrandt', de secundaire verbranding. Voor de primaire verbranding maken we ook wat gaten dichtbij het vuur, dus onderin de binnenste ring.

Bart, Marleen en Daaf hebben eerst de bestaande vuurplaats opgekalefaterd. Het oude schoorsteengat gevuld met cement, wapening rond de gebarsten vuurkern gespannen en het geheel met een laag cement verstevigd. Omdat het nu zo'n warm weer is, moest de cement geregeld weer nat gemaakt worden om te snel uitharden te voorkomen. 

De onderkant van de betonnen buitenring moet lucht door kunnen laten. Daarvoor heeft Bart een rijtje stenen op de grond gelegd voor de aanvoer van lucht, en een laag stenen erop om de ton te dragen. Op deze manier kan verse lucht via de bodem van het stookvat al voorverwarmd worden.

  

Toen was het tijd om de maat van de vuurplaats op te nemen en konden ze een geschikt stuk uit een stalen oliedrum slijpen.

 
Met een gatenboor voor plaatstaal hebben Bart en Marleen er 15 gaten in geboord.

 

Om een luchtdichte aansluiting tussen de buitenkant en de binnenkant te krijgen, hebben ze de bovenkant van het stalen vat plat gebogen en de open ruimte met kranten gevuld. Daar kon een laag cement op. 

Toen die droog was, hebben ze de wapening er overheen gevouwen en met nieuwe cement vastgezet. Toen die hard was konden ze de uitstekende wapening afknippen en de laatste uitstekende draadjes wegbranden.

Een laatste laag cement als afwerking, ook ligt er nog een betonijzeren ring in tegen scheuren.


Elke dag even nat sproeien om het uitharden te bevorderen. Een paar dagen later kon de fik er in: zou het werken...?


Het werkt supergoed! Natuurlijk kan er teveel hout in, en dan houdt de secundaire lucht-toevoer het vuur niet bij en ontstaat er wat zwarte rook. Maar verder: niets! Normaal, als het vuur inzakt, dan moest ik blijven poken om de rook te verminderen, maar dat hoeft nu helemaal niet meer. Ook bijvullen: het maakt niet uit waar het terecht komt: het gaat branden zonder rook. 

Experiment geslaagd!

Hier zie je wat het effect is van de bovenste luchtgaten: het vuur wervelt rond de gaten waar verse lucht uit stroomt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten